Dat ging de mist in

Mistig Landschap Nederland

De mist (noun: the fog)
Hij mist (verb: he misses, lacks)

Both words ‘mist‘ are not related in meaning, only in spelling.

Tjonge, wat een mist buiten!
wat een mist

Boy, isn’t it foggy outside!

Mijn rijexamen  ging helemaal de mist in
ging de mist in

I made a complete mess out of my driving test

Hij mist twee voortanden
hij mist twee voortanden
He is missing two teeth

Je weet niet wat je mist!
je weet niet wat je mist

You don’t know what you are missing!

Geef een reactie